Tijdens het fietsen :
- Respecteer en deel de weg met de wijnboeren. Zij werken in de wijngaarden en gebruiken de wegen die openstaan voor fietsers om bij hun percelen te komen. Ze zijn er trots op dat ze me hun vak en hun terroir laten zien.
- Voetgangers hebben voorrang. Ze zijn zeldzaam en kostbaar, dus ik behandel ze met zorg.
- Ik respecteer verkeersborden. Als er stop staat, stop ik! Het is uit den boze om een wijngaardrebel te zijn.
- Ik heb mijn telefoon en koptelefoon op zak. Om veilig te zijn, moet ik hoorns kunnen horen. Muziek in mijn oren is voor thuis. Files zijn voor kelders.
- Ik rijd niet de verkeerde kant op. Het is als het kiezen van de verkeerde wijn, ik vermijd het absoluut.
- Ik gebruik fietspaden. Als er geen zijn op mijn route, neem ik de weg, maar altijd met klasse en voorzichtigheid.
Ik rijd slim en hou me aan de regels!